Logistiek.png
Sluiskil_keuken.jpeg
Elsenbosch_1.png

Waarom huisvesting?

Arbeidsmigratie is van alle tijden. In een sterke economie als die van Nederland zijn vele handen nodig om het werk te doen. Vijftig jaar geleden noemden wij ze gewoon gastarbeiders. Eerst uit onder anderen Italië en Spanje om te werken bij bijvoorbeeld Hoogovens. Later sloot de regering contracten met Marokko en Turkije, waar werknemers van blikfabriek Thomassen & Drijver vandaan kwamen. Ze komen naar ons land om te werken. Om allerlei redenen: er is veel werk, het verdient lekker, wij hebben een tekort aan goed personeel, er is lage werkloosheid en eigenlijk is dat niks nieuws.

Die gastarbeiders hadden ook huisvesting nodig. Hoe werkte dat in die jaren. Kenden we dezelfde problematiek 50 jaar geleden ook al? Ja dus! Bij Hoogovens lagen schepen in de haven, in Deventer werd een heel hotel opgekocht en toen helemaal niemand in de Bijlmer wilde wonen, was dat een mooie plek voor gastarbeiders. Dat schip en hotel waren zo slecht nog niet. Er werd heel veel gedaan om het de gastarbeiders zo goed mogelijk naar hun zin te maken. Immers, ze waren hier tijdelijk. Het is natuurlijk makkelijk achteraf, maar we weten beter en de overheid heeft er weinig van geleerd. Vanaf 1979 mochten er geen gastarbeiders meer naar Nederland komen.

In de jaren 80 kwamen er incidenteel Oost-Europeanen in de zomer naar Nederland om in de tuinbouw te werken en expats zijn er eigenlijk altijd geweest. Na de val van de Berlijnse muur veranderde er veel. De jaren 90 zijn de economisch beste periode ooit geweest voor ons land. Maar liefst 32 kwartalen economische groei achter elkaar. Het kon niet op!

En dat was te merken, want ook de arbeidsmarkt groeide mee. De werkloosheid was laag en goede werknemers vinden bleek een probleem. De oplossing lag in Polen. Een deel van de Poolse bevolking kon na de val van het communisme aanspraak maken op een Duits paspoort. Omdat de economie in het Oostblok nog lang niet op gang kwam, vertrok die groep naar het westen. Naar Duitsland en ook naar Nederland, waar deze groep met zo’n Duits paspoort prima aan het werk kon. Bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw waar veel vraag was.

Zo ontstonden ook de eerste uitzendbureaus. Het was eind jaren negentig nog wildgroei, later normaliseerde dat. Datzelfde geldt voor de huisvesting. Dat was begin deze eeuw niet overal goed geregeld, waardoor Midden- en Oost-Europese werknemers in schuren, caravans, tentjes en bouwketen sliepen. Situaties die we nu niet meer accepteren en dat is maar goed ook!

Vanuit de visie dat een tevreden en gelukkige medewerker ook beter werk levert, stonden er in de jaren nul, partijen op die wilden zorgen voor fatsoenlijk werk, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en daarbij passend fatsoenlijke woonruimte. Daaruit ontstond de Stichting Normering Flexwonen en daar zijn we hartstikke blij mee, want gecertificeerde huisvesting werkt gewoon beter en vormt een basis voor het tegengaan van uitbuiting en slechte woonomstandigheden.

Zijn we er dan al? Nou niet echt. In 2012 is de Nationale Verklaring Huisvesting Arbeidsmigranten gesloten. Daarin spraken de regio’s in het land af om hun verantwoordelijkheid te nemen voor het fatsoenlijk huisvesten van werknemers.

Mooie woorden en plannen, maar de realiteit anno 2022 is, dat onze sterke economie afhankelijk is en blijft van internationale werknemers. Inmiddels werken er een kleine 800.000 in ons land, waarvan ongeveer de helft tijdelijk (tot 2 jaar) in Nederland verblijft. Voor deze groep zijn er nog altijd 150.000 bedden te kort.

Wilt u meer weten over de Taskforce?

Neem contact op

Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten werkt aan oplossingen voor meer en betere huisvesting.

Contact